Kenmerken van de loop van de rivier

Vorm

De bovenloop: Het gebied met het hoogste hellingspercentage.

De Rijn begint op 2100 meter hoogte in Graubünden in de Zwitserse Alpen, en krijgt zijn water van de smeltende gletsjers in het Gotthardmassief. Onderweg wordt de rivier aangevuld met regenwater, de Rijn is dus een gemengde rivier. 

De rivier ontstaat dus in Graubünden waar twee bronrivieren, de Voor-Rijn en de Achter-Rijn ontspringen. Deze gaan gescheiden verder en vloeien weer samen in Frankrijk. Daar krijgt hij dus de naam: de Alpenrijn. De Alpenrijn vormt de grens tussen  Zwitserland en Liechtenstein en daarna tussen Zwitserland en Oostenrijk. Hij komt uit in het Bodenmeer, en na Konstanz, een stad aan het Bodenmeer, stroomt de Rijn weer verder. Bij Schaffhausen stort de rivier naar beneden van de Rheinfall, de grootste waterval van Europa. De Rheinfall is 150 meter breed en 23 meter hoog. In de zomer stroomt er gemiddeld 600 kubieke liter Rijnwater per seconde over de rotsen. In de slide show hierboven zie je een paar plaatjes van de Rheinfall. Na de waterval stroomt de Rijn weer verder.

Bij de stad Basel begint de bovenloop van de Rijn, en eindigt in de stad Bingen. De Rijn loopt achtereenvolgens langs de volgende steden en dorpen: Basel, Karslruhe, Speyer, Mannheim, Worms, Mainz, Rüdesheim am Rhein.

De hele bovenloop ligt in Duitsland.

De hele rivier is op het plaatje in de slideshow, en op een los plaatje hierboven te zien.

Erosie/sedimentatie

Erosie: Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door (met verweringsmateriaal geladen) water, ijs en wind.

Sedimentatie: Op plekken waar de rivier niet zo snel stroomt zinkt al het zand en gesteente naar de bodem en hoopt het zich op.

Erosie vindt plaats langs de hele Rijn, maar in de bovenloop, en vooral in de bergen waar de rivier ontstaat, is heel veel erosie. Ook in de scherpe buitenbochten, meanders genaamd, zoals die je hierboven ook ziet, is veel erosie, waardoor de bochten steeds verder uitgeslepen worden.

Sedimentatie vindt in de binnenbochten plaats.

Verval/verhang

Verval: Het hoogteverschil tussen twee plaatsen langs de rivier.

Verhang: Hoe ver de rivier daalt over een bepaalde afstand. Dat reken je uit door: verval gedeeld door de afstand.

Basel ligt op 260 m hoogte

Bingen ligt op 89 m hoogte

Daar zit dus 171 meter tussen. Verval is dus 171 meter.

In Basel is de Rijn 150 km lang

In Bingen is de Rijn 350 km lang

Daar zit dus 380 km tussen, de lengte is 380 km.

171 gedeeld door 380 = 0,45 m.

Per km daalt de rivier in de bovenloop dus 45 centimeter.

In de slideshow hierboven zijn de steden Basel en Bingen te zien.